zaterdag 29 oktober 2011

Klas 5: Leesverslag Oeroeg (Hella S. Haasse)

1. Algemene informatie 
a)
I. Auteur: Hella S. Haasse
   Titel: Oeroeg
II. Plaats van uitgave: Amsterdam
    Jaar van uitgave: 2011
    Jaar van eerste uitgave: 1948
III. Aantal pagina's: 110

 
b) Genre: roman
 
c) Samenvatting:
 
De ik-figuur is de zoon van een Nederlandse plantersfamilie die een onderneming beheren in Kebon Djati. Hij groeit op met Oeroeg de zoon van een inlands echtpaar wat op de onderneming werkt. Wanneer de ik-persoon dreigt te verdrinken word hij door de vader van Oeroeg gered. Helaas sterft de vader van Oeroeg zelf bij deze reddingspoging. De vader van de ik-persoon zorgt daarom dat Oeroeg een goede opleiding krijgt. Wanneer de ouders van de ik-persoon gaan scheiden komt de ik-persoon in het pension van de vrijgezelle Lida te wonen in Soekaboemi. Al snel komt Oeroeg ook bij hen wonen. Lida heeft een zwak voor Oeroeg en besluit zijn vervolgopleiding te betalen. Wanneer de ik-persoon in Batavia naar de HBS gaat, verkoopt Lida haar pension en vertrekt met Oeroeg ook naar Batavia. In die periode groeien Oeroeg en de ik-persoon uit elkaar. Oeroeg keert zich tegen de Nederlanders en gaat zich bezighouden met politiek. Na de middelbare school gaat Oeroeg op kosten van Lida voor arts studeren, de ik-persoon vertrekt voor zijn ingenieursopleiding naar Nederland. Na de oorlog keert de ik-persoon terug naar zijn geboorteland. Bij toeval ontmoet hij een inlandse krijger. In hem herkent hij Oeroeg. Oeroeg stuurt hem weg met de woorden dat hij hier niets te zoeken heeft. De ik-figuur wordt zich dan bewust van het feit dat hij de ware Oeroeg nooit heeft gekend. 

2. Verwachtingen
 
Ik ben dit boek gaan lezen, omdat het in de klas was opgenoemd als mogelijk boek om te lezen voor je lijst. Het boek had ook niet heel veel pagina's en het was een cadeautje voor scholieren geweest ter gelegenheid van de actie Nederland Leest, dus ik had het thuis liggen. 
Mijn verwachtingen waren redelijk vaag voordat ik ging lezen, omdat ik niet wist waar Oeroeg op sloeg. Ik kende het 'woord' niet, dus ik was er niet op gekomen dat het een naam zou zijn van een persoon. Ik kende de schrijfster ook niet, dus wat voor soort stijl ik kon verwachten, had ik ook geen idee van. 
 
3. Motieven en thema
 
In dit boek zaten verschillende motieven. Het meest duidelijke motief dat naar voren kwam waren de cultuurverschillen. De schrijfster liet duidelijk in het boek zien dat je voordeel of nadeel had van waar je geboren was. De ik-persoon is hier duidelijk degene die het goed heeft getroffen en kan daardoor ook minder inzien dat Oeroeg het eigenlijk heel moeilijk heeft.
Een ander motief was ook het terughalen van de 'goede' oude tijd, toen de ik-persoon en Oeroeg nog zonder problemen samen konden spelen. Dat is zelfs de drijfveer voor de ik-persoon om terug te keren naar zijn geboorteland. 
 
Het thema van dit boek is dat er tussen mensen onderling altijd verschillen zijn die er niet hoeven te zijn, maar ook niet te verbreken zijn. Oeroeg en de ik-persoon konden namelijk ook niet samen blijven door hun verschillen.
 
4. Beoordeling
 
A: schrijfstijl
 
De schrijfstijl was soms moeilijk om te begrijpen omdat er lange zinnen in zaten met heel veel bijzinnen en een korte hoofdzin. Het probleem was dan om de hoofdzin eruit te halen, maar toch de bijzinnen geconcentreerd te lezen.
Citaat (blz. 5):
"Als ik terugdenk aan mijn kindertijd en mijn jongensjaren, verschijnt zonder uitzondering het beeld van Oeroeg in mij, als was mijn herinnering gelijk aan een van die toverplaatjes die we vroeger plachten te kopen, drie voor een dubbeltje: geelachtig glanzende stukjes met lijm bestreken papier, waarover je met een potlood krassen moest, totdat de verborgen voorstelling aan het daglicht kwam."
 
B: inhoud
Vertelperspectief: 
Hella S. Haasse heeft het hele verhaal vertelt vanuit de ik-persoon, het was heel grappig om aan het einde van het boek erachter te komen dat je heel zijn naam niet wist. Of misschien zelfs wel haar naam, zoals door sommigen gedacht wordt. 
 
Tijd: 
In het boek verstrijkt uitgebreid de jeugd van Oeroeg en de ik-persoon totdat ze een jaar of 17/18 zijn. Daarna vertrekt de ik-persoon naar Europa, totdat hij een volwassen persoon is en terugkeert naar Indië. Daar eindigt het verhaal al na een relatief korte tijd van een paar weken. 
 
5. Eindoordeel
 
 

Ik vond het boek over het algemeen niet heel mooi of aansprekend. Er zaten vrij weinig elementen in die mij boeiden. Ook waren de zinnen naar mijn idee te lang om lekker te kunnen lezen en stonden er per zin teveel overbodige details in die niet relevant waren voor het verdere verhaal.
Citaat (blz. 31):
"Als ik eraan kwam, zag ik Oeroeg al staan in de schaduw van een boom, blootsvoets, maar verder volgens mijn mening fraai gekleed, in een fluwelen broek met padvindersriem en met de zwarte topi van de mohammedaanse jongens op het hoofd. Vaak kochten wij voor een paar centen schelgekleurde lolly's vastgevroren rondom dunne stokjes, zodat je ze kon afzuigen, of wij deden ons in de trein te goed aan een uiterst kleverige lekkernij, pudding met kokossmaak."
 
Het is wel te merken dat de schrijfster veel wist van de cultuur van Indië. Het lezen wordt daardoor weer meer aantrekkelijk, omdat je weet dat alles waar is. Het probleem was daarbij wel weer dat er woorden in voor kwamen die ik totaal niet begreep.
 
Citaat (blz. 95):
"Ze hebben geen wajangpoppen nodig en geen gamelan en geen bijgeloof en doekoens - we leven niet meer in het Rijk van Mataram, en Java hoeft niet te lijken op een prentje van een ansichtkaart voor toeristen."
 
Ik had verwacht dat ik het boek snel uit zou hebben, maar onder andere door de opbouw van de zinnen, de overbodige details en de onbekende woorden, duurde het heel lang en verveelde het verhaal mij. De achterliggende gedachte van de verschillende culturen die niet als gelijkwaardig worden gezien aan elkaar en moeten veranderen, stond mij wel aan. 
6. Lijst van gebruikte bronnen
 
- De boekensalon, boekcommunity, internet, 29 oktober 2011, (http://www.deboekensalon.nl/)
- Scholier (anoniem), 'Boekverslag Hella S. Haasse Oeroeg', internet, 22 januari 2002, (http://www.scholieren.com/boekverslagen/7925) 

vrijdag 21 oktober 2011

Klas 5: Leesverslag Kees de jongen (Theo Thijssen)

1. Algemene informatie
a)
I. Auteur: Theo Thijssen
   Titel: Kees de jongen
II. Plaats van uitgave: Amsterdam
    Jaar van uitgave: 2003
    Jaar van eerste uitgave: 1923
III. Aantal pagina's: 352

 
b) Genre: autobiografische roman

c) Samenvatting:
Kees Bakels woont samen met zijn ouders, zijn jongere zusje Truus en zijn jongere broertje Tom in Amsterdam. Zijn ouders hebben een schoenenwinkel. Kees zit in de zesde en de laatste klas van de lagere school. Het gaat goed op school. Kees wordt benoemd tot 'jongen-van-de-bel', hij moet de deur openen voor laatkomers en ouders. Lees wil anders zijn dan de anderen. Als de kinderen op school prijzen mogen kiezen, kiest Kees een schaakspel. Een prijs die nog nooit iemand heeft gekozen. In de loop van het verhaal komt Rosa Overbeek bij Kees in de klas. Ze komt van een rijk instituut en Kees vindt haar al vanaf het eerst moment bijzonder. Hij vindt dat ze samen boven de medeleerlingen uitsteken en fantaseert regelmatig over haar.
Thuis gaat het minder goed. Zijn vader is ernstig ziek en de armoede staat voor de deur. Net als zijn vader weigert Kees de armoede en de ziekte van zijn vader te accepteren. Ondanks de armoede geeft zijn vader Kees een nieuwe atlas en een mooi pak in plaats van een vermaakte oude mantel. De cadeaus zijn een aderlating voor het gezin, maar leven voort als hoogtepunten in de herinnering van Kees. Zijn vader sterft als Kees met zijn broertje en zusje bij een oom en tante is. Op school ontfermt Rosa zich over hem. Ze schudt haar hoofd als de leraar voorstelt om te gaan zingen. Zingen in een klas waarin een jongen zit die net zijn vader heeft begraven, dat gaat toch niet? Kort daarna geeft ze Kees een pen. Kees vlucht ermee zijn fantasie in.
Thuis gaat het na de dood van zijn vader steeds slechter. Ze verhuizen en krijgen een nieuwe kamergenote: juffrouw Dubois. De moeder van Kees begint samen met haar een koffie-en theehandeltje om aan geld te komen. Kees helpt hen door de nieuwe voorraden op te halen. Als de koude winter en hoge stookkosten het gezin verder de armoede in drijven, accepteert Kees de neergaande lijn. Hij besluit een baas te gaan zoeken en de school te verlaten. Zijn moeder gelooft hem eerst niet, maar is hem later vooral dankbaar.
In de slotscène van het boek ontmoeten Kees en Rosa elkaar. Op aandringen van Rosa, die merkt dat hij ergens mee zit, vertelt Kees dat hij gaat werken. Rosa kust hem op zijn wang en vlucht dan weg. Kees voelt zich zielsgelukkig.

2. Verwachtingen
 
Ik ben dit boek gaan lezen omdat een vriendin mij erop wees en zei dat er 'plat' gepraat werd. Wij waren namelijk samen op zoek gegaan naar boeken om een verslag over te maken. Toen had ik de eerste bladzijde gelezen en viel mij inderdaad de spreektaal op en wilde ik verder lezen. Ik verwachtte dat het een grappig en luchtig boek zou worden omdat de gedachten van een kleine jongen zijn beschreven, kinderen hebben namelijk een vermakelijke fantasie. 

 3. Motieven en thema
 
Het motief van dit boek zit vooral in de fantasie van Kees Bakels, het hele boek is gebaseerd op zijn fantasie. Er is een kleine gebeurtenis die op zichzelf niets zou betekenen, maar Kees heeft er meteen een onwerkelijk verhaal bij dat zich in zijn hoofd afspeelt, waardoor het ineens een hele belangrijke gebeurtenis is. Zo denkt hij dat andere mensen zien dat hij bijzonder en beter is dan de rest van de kinderen van zijn leeftijd, dat iedereen naar hem opkijkt en hij de held zal worden van op zijn minst het hele dorp. In dit boek wordt ook veel gesproken over het gevoel van Kees voor Rosa Overbeek. Het gevoel van kinderlijke kalverliefde.

De rode draad door dit verhaal is de fantasie die kinderen kunnen hebben. Iedereen had vroeger ook fantasieën die op die van Kees leken.

4. Beoordeling
 
De schrijfstijl vond ik fijn om te lezen en heel gemakkelijk te begrijpen. Het dialect was ook redelijk herkenbaar, want in deze omgeving heb je veel mensen die op deze manier praten.

Citaat (pagina 175):
"Moe stond 'm al op te wachten in de winkel.
'Zo, da's gauw terug. Hoefde je - hoefde je niet door naar oom Dirk?'
Kees gaf z'n brief.
'Nee moe, ik geloof wel... enfin, ze waren héél aardig, nog een koekie ook gehad, en zondag komen ze eten...'
'Zo, waren ze zó? En zeien ze verder niks?'
'Niks hoor, ik moest even wachten en een kopje thee drinken, onderhand dat opa in de achterkamer de envelop in orde maakte, hè. Ma'k nog op straat?'
'Ja hoor, ga maar spelen.'
Hij zag wel hoe blij z'n moeder was. Toch maar goed dat-ie niet brutaal was geweest. Kijken waar de jongens zaten..."

Situaties:
De gebruikte personages zijn doorsnee mensen voor die tijd en zij zitten dus ook met problemen zoals die toen gebruikelijk waren. Ze hebben het niet breed en kampen met ziekten en de dood. Kees gaat van school, zodat hij kan gaan werken en kan voorzien in de kost. Ook komt er iemand bij hen in huis wonen, die huur betaalt zodat er geld binnenkomt.

Tijd en vertelperspectief:
Het hele boek heeft een tijdsbestek van ongeveer een half jaar en is geschreven in de derde persoon enkelvoud. In de eerste helft is de vader van Kees ziek. De 'weg' naar zijn vaders dood zoals Kees daarmee omgaat wordt beschreven in dit gedeelte. In de tweede helft gaat het met de familie door de armoede slechter, maar Kees denkt verliefd aan Rosa en hoe hij met een heldhaftige daad zijn familie weer welvarend maakt.

5. Eindoordeel
 



Dit vond ik een geweldig boek, het was geen zware kost, maar er werden wel heftige onderwerpen beschreven die door deze schrijfstijl een kinderlijk uiterlijk kregen:
 
Citaat (pagina 225)
'Wou u drinken ofzo?'
Pa knikt zonder spreken; hij had weer die rare grote ogen.
`'k Zal moe waarschuwen,' zei Kees.
Nog één keer keek hij het bed in. Z'n vader maakte een jongensachtige groetbeweging met z'n hand en Kees wuifde terug, ineens bijna vrolijk door vaders gebaar. Hij liep naar de keuken, waar moe aan de gootsteen stond. En z'n stem was alledaags en zakelijk, alsof alles in huis gewoon was: 'Moe, of u wat te drinken heeft voor pa.'" 

Ik herkende ook wel veel van toen ik klein was, dat je graag iets beter wilde zijn dan de andere kinderen en dat wilde je dan vooral aan je ouders laten merken. Dat Kees verliefd werd op Rosa Overbeek vond ik ook heel leuk, het gaf nog net een extra speels trekje aan het hele verhaal.
 
Citaat (pagina 192)
"Kees voelde alle gevaar geweken. Rits, streep onder de derde, hij begon óók aan de vierde. Natuurlijk haalde-n-ie Van Dam in. Als er tenminste niet gebeld werd; want dát zou schelen.
Gelukkig werd er niet gebeld en ongestoord kon Kees de cijfertjes op z'n lei blijven gooien. Rekenen was toch een fijn vak... rits, streep; optellen; rang, rang de boogjes; delen... Als-ie 'm af had, niks zeggen aan Van Dam. Van Dam zei tegen hém toch ook niets? Vooruit maar.
En Kees rekende, rekende. Zijn griffel riktikte als een klein nijdig machientje. Maar toch, schemerachtig vóór zich, bleef Kees gestadig de kleine beweginkjes zien van Rosa's haar.
Dáár moest-ie nog aanwennen, dat ze altijd zo vlak voor hem zou zitten, elke dag..."

Oorpronkelijk had ik verwacht dat het een luchtig verhaal zou zijn, maar er komen hele zware onderwerpen aan bod, die door kinderlijke ogen worden gezien. Dat vond ik erg leuk om zo te lezen. Er komen veel aspecten van die tijd naar voren en samen met het dialect en Kees zijn gedachten werden de gelezen problemen als de gewoonste zaken van de dag.

6. Lijst van gebruikte bronnen
 
- Leonie de Gier, 'Leesverslag Kees de jongen (Theo Thijssen), internet, mei 2003, http://www.havovwo.nl/vwo/vne/bove/kees%20de%20jongen.pdf

- Website met boekverslagen door meerdere auteurs gemaakt, 'Kees de jongen', internet, 20 oktober 2011,

donderdag 20 oktober 2011

Klas 4: Tim Krabbe - Het gouden ei (samenvatting)

Algemene informatie
I. Auteur: Tim Krabbe
   Titel: Het gouden ei
II. Plaats van uitgave: Groningen
    Jaar van uitgave: 1994
    Jaar van eerste uitgave: 1984
III. Aantal pagina's: 93

Genre: Thriller 

Samenvatting. 

Saskia en Rex gaan samen op fietsvakantie naar Frankrijk met de auto. Saskia heeft last van claustrofobie en verteld aan Rex haar droom over twee gouden eieren die in een loze ruimte zweven en elkaar niet mogen raken omdat het dan fout gaat. Ze rijden een tunnel in en de benzine is op, zodat ze midden in de tunnel stil komen te staan. Er komt een vrachtwagen aangereden en de lichten van die vrachtwagen lijken heel erg op de twee gouden eieren van Saskia haar droom. Rex gaat benzine halen en Saskia loopt de tunnel uit en wacht op Rex aan de uitgang. Ze kregen ruzie in de tunnel, maar ze praten het weer uit en ze stoppen bij een tankstation waar Saskia naar de wc wil gaan en drinken mee wil nemen. Dan komt Lemorne in het verhaal. Hij is een psychopaat die iets heel slechts wil doen, waardoor hij zich als een god kan voelen. Zijn dochter vond hem namelijk de beste man van de wereld toen hij een meisje uit het water redde, maar hij voelde zich helemaal niet zo goed en hij dacht dat hij dat wel zou voelen als hij iets heel slechts deed, dan zou hij namelijk het goede gevoel van zijn dochter verdienen. Lemorne staat in het winkeltje bij het tankstation en wilde eerst een vrouw ontvoeren, maar dat was mislukt. Hij ging koffiedrinken en was van plan om te stoppen met zijn slechte plan. Totdat Saskia echter binnen komt lopen en vraagt of hij geld kan wisselen. Hij doet dat en Saskia ziet zijn sleutelhanger. Ze denkt dat Rex zo’n sleutelhanger heel leuk zal vinden en wil er dus een voor hem meenemen. Ze vraagt waar je die kunt kopen en Lemorne zegt dat hij er een doos van in de auto heeft staan en dat ze er een kan krijgen als ze meeloopt. Saskia loopt mee en gaat bij Lemorne in de auto zitten, terwijl Lemorne zijn plan uitvoert:
 
Uit een flesje laat hij een middeltje op zijn zakdoek komen. De zakdoek houdt hij voor de mond van Saskia en ze valt in slaap…

Rex gaat Saskia zoeken, maar hij kan haar nergens vinden. Overal plakt hij affiches op, met de vermissing van Saskia. Hij vraagt daarop of iemand Saskia heeft gezien, maar niemand geeft antwoord of weet iets. Drie jaar later heeft Rex een nieuwe vrouw, Lieneke, waarmee hij op vakantie gaat naar Frankrijk. Ze komen weer bij de plek waar Saskia is ontvoerd en Rex ziet weer hoe alles ging in een déjà vu. Lemorne wil met Rex afspreken op een terrasje, maar Lemorne komt niet opdagen. Lieneke en Rex gaan uit elkaar en Rex maakt een spotje op tv waar hij de ontvoerder van Saskia vraagt om met hem te praten. Lemorne ziet dat en gaat naar Nederland om Rex op te halen en hem een deal aan te bieden. Als Rex meegaat naar Frankrijk zal hij zelf meemaken wat er met Saskia is gebeurd, maar als hij niet meegaat zal hij altijd in twijfel verder moeten leven. Rex kiest ervoor om mee te gaan en komt erachter dat Saskia levend is begraven. Hij ligt namelijk zelf in een kist onder de grond, wetend dat hij langzaam dood zal gaan…