maandag 24 december 2012

Klas 5: keuzeopdracht verlichting (opdracht 3)

Hedendaags imaginair reisverhaal

Bella Sting was het helemaal spuugzat geworden in dat koude kikkerlandje. Ze was weggegaan uit haar eigen land. Ze was blij dat haar vriend Samson Diederik met haar mee was gekomen. In haar eigen land had ze een hele goede baan gehad, maar de kosten waren veel te hoog geworden. Ze moest zelfs betalen voor die zieken van verderop. Ze kende zelf niemand die ziek was en ze moest wel betalen?! Ga toch weg! Laat die mensen lekker zelf betalen. Ik ga niet voor jan en alleman werken! Als iemand ziek is, kan die vast nog wel bepaald werk op de computer doen... Waarom moest zij als hardwerkende opdraaien voor kosten die anderen maakten?

Een stap over de grens. Dat waren ze. En meteen stonden ze letterlijk en figuurlijk met hun voeten in het water. In de verste verte was ook geen land te zien, dus Bella was bang voor wat haar vriend nu zou vinden. Haar vriend had helemaal geen goede baan gehad, hoefde helemaal geen kosten te maken en was zij nu niet egoïstisch? Misschien had zij ook maar een lage baan moeten nemen. Dan had zij niets hoeven te betalen voor andere mensen, maar dan had ze zelf ook weinig geld gehad. Waarom was alles zo gecompliceerd?

-
 
Niets hoefde Bella meer te betalen. Dat kon ook niet anders, want op dit verachtelijke kleine bootje was niemand dan Samson te vinden. Ze kon ook ineens haar bakken met geld niet meer uitgeven. Ze wilde zo graag nieuwe kleding hebben, want in de nachten was het extreem koud en haar vriend gaf niet genoeg warmte af, dus kleren waren hard nodig. Stiekem moest ze ook toegeven dat ze altijd haar geld zelf wilde houden, zodat ze er heerlijk dingen voor zichzelf van kon kopen. Nu zat ze hier op een boot, met haar geld, zonder winkels. En dan die Samson nog. Die kon ze nu ook missen als kiespijn. Zeggen dat hij weer zin had om vuilnis op te halen. Het ergste was dat ze wist hoe hij zich voelde. Nooit had hij zo graag zijn geld voor zichzelf willen houden als zij. Zij was degene die het niet over haar hart kon verkrijgen dat mensen zoals hij, uitgerekend haar vriend, van haar werk konden meegenieten. Samson kon sowieso niet langer dan twee jaar nog blijven werken, omdat hij versleten knieën had en niet meer met de vrachtwagen mee kon rennen. Wat zou ze er van vinden als hij op haar gedane werk en verdiende geld mee zou liften?
Verschrikkelijk.
Ach, verder was het wel een leuke jongen. Lekker kaal koppie, waar ze wel van hield. Gespierd lichaam, waar ook niets mis mee was. Een hoofd waar genoeg hersenen in zaten, maar die hij niet had gebruikt, waardoor zij de kostverdiener was. Hield ze wel van deze jongen? Ze wist het allemaal niet meer. Ze moest eerst maar eens zorgen dat ze zo snel mogelijk aan een lekker warm iets kwam, want het werd alweer donker en zij zat hier in haar korte broek en shirt.
 
-
 
Bella en Samson hadden land bereikt. Elke avond zaten ze nu aan het strand en aten primitieve dingen, maar eigenlijk beviel het hun allebei wel. Bella had haar geld netjes in een kist onder de grond bewaard, zodat ze geen cent rente zou hoeven betalen. Het scheelde ook dat er niemand was die de rente kon innen, omdat ze in al die tijd dat ze hier waren niemand waren tegengekomen. Samson hield steeds meer van haar en dat merkte ze wel. Heel vaak fluisterde hij haar volledige naam: 'Bella Stingggg'. Zelf vond ze het maar  angstaanjagend. Hij kroop 's nachts ook zo verschrikkelijk dicht tegen haar aan, terwijl hij haar bijna fijn kneep. Vaak duwde ze hem dan weer met haar hand weg en verbaasde zich erover hoeveel hij ineens om haar gaf.
Misschien was de reden wel dat er geen andere verleidingen om hem heen waren. Andere vrouwen die op hem vielen waren hier niet aanwezig. Ze voelde zich ineens heel alleen en ook door hem bedrogen. Ze wilde terug naar dat vroegere land. Ze wilde ook weer niet terug. Ze zou zichzelf verachtelijk maken als anderen erachter kwamen wat de reden was dat ze weg waren gegaan. De reden dat ze terug waren gekomen zou al helemaal beschamende situaties opleveren. Vertel namelijk maar eens aan je buurvrouw, dat jij, Bella Sting, zo door je vriend wordt geadoreerd, dat je niet meer met hem samen wilt zijn?
 
-
 
De twijfels bleven en ze besloot, dit keer zonder haar vriend, te blijven reizen tot ze haar eindbestemming had gevonden. Ze wist niet waar die was. Ze wist niet wanneer ze die zou bereiken. Ze wist niet eens of ze het wel zou vinden. Ze wist alleen dat ze zou gaan.
Alleen.
Zelf zou ze alles oplossen.
Ze zou zichzelf vinden.
Ze zou zichzelf opbouwen.
Nu snel Samson gedag zeggen en gaan. Hij wilde niet mee. Hij mocht haar geld houden. Daar had het er bij hem al die tijd alleen maar om gedraaid. Fijn dat ze daar achter was gekomen. De volgende vriend die ze zou krijgen zou geen glimmend hoofd mogen hebben! En als hij zo'n groot hoofd had, maar de inhoud niet gebruikte, dan zou ze zich meteen omdraaien en hem geen aandacht meer geven.
Haar leven begon nu.

Klas 5: keuzeopdracht romantiek (opdracht 1)

Romantische foto's

Foto 1:


Dit is een voorbeeld van de hedendaagse romantiek tegenover de romantiek uit de stroming. Nu is het puur en alleen een uiting van liefde, maar toen was het mysterieus en duister, zoals weergegeven aan de rechterkant van de afbeelding. Ook stond leven en dood tegenover elkaar, wat in bovenstaande afbeelding terugkomt: levende en dode rozen...



 Foto 2:


Bovenstaande afbeelding laat de liefde tussen twee personen zien. In de Romantiek was de liefde (en vriendschap) het beste wat een mens kon overkomen. Nu konden mensen elkaar kiezen en afwijzen om de passies die men deelde of niet deelde. Eerder waren mensen alleen vrienden of partners van elkaar als men er maatschappelijk op vooruit ging.



Foto 3:

De titel van deze foto is: de kunst boven de wetenschap. De kip stelt een kunstwerk voor die letterlijk boven op de wetenschappelijke natuurkunde boeken staat. Het gevoel was belangrijker dan verstand. Men kon dus beter een kunstenaar dan een wetenschapper zijn. In deze afbeelding heb ik geprobeerd dat versimpeld weer te geven.


Realistische foto's:

Foto 1:
 
Dit is een voorbeeld van ongeidealiseerde werkelijkheid, omdat het bijna een schaamte is waarom we bovenstaande producten gebruiken, maar het is logisch dat we ze wel gebruiken. We zullen immers gaan stinken en vies blijven zodra wij niet douchen of onze tanden niet poetsen. 
 
 


Foto 2:

Een alledaags verschijnsel van tegenwoordig is geld uitgeven, geld wisselen en geld ontvangen. Ons hele leven draait daar eigenlijk om. Het is een heel simpel verschijnsel, maar toch groot. Bovenstaande afbeelding is een samenvatting van de omgang met geld en wijst op hetgeen wij dagelijks doen.



Foto 3:

Het uitgangspunt van de stroming was de volgende uitspraak van Baudelaire: "je moet in je eigen tijd staan". Tijd is een realistisch iets en een alledaags verschijnsel wat niet stopt en wat altijd doorloopt. Als we dus Baudelaire navolgen, betekent dat voor ons dat wij een ander realisme hebben dan mensen uit het stenen tijdperk.



Expressionistische foto's:

Foto 1:
 
Dit is alles behalve een realistisch beeld van een kip. Ik heb hier mijn definitie van een kip gegeven. Kippen zien er altijd lekker zacht en ongevaarlijk uit, maar het boos kijkende oog van de kip laat zien dat het slechts een vermomming is en zij eigenlijk helemaal niet zo leuk is. Ze zal namelijk zodra iemand in de buurt komt van haar proberen te pikken, zodat diegene pijn heeft.
 

 
Foto 2:
 
Het expressionisme omarmt de fotografie. Dat is in bovenstaande foto letterlijk weergegeven. De fotografie werd niet gebruikt om vaste afbeeldingen te maken van de realiteit, maar om juist kleine delen van een onderwerp te maken en daardoor verkeerde illusies te scheppen bij de kijker. Zolang men maar niet een 'gewoon' beeld schiep, was alles goed. De enige regel was dat er geen regels mochten zijn.  
 
 
Foto 3:  

Bij het expressionisme werden allerlei felle kleuren gebruikt om gevoelens en emoties aan te tonen. Ik heb hier juist wit gebruikt, omdat wit onschuld aantoont en uit alle kleuren bestaat en aangezien er geen regels waren is dit geen overtreding omdat ik geen felle kleuren in de foto heb opgenomen. Naar mijn idee zijn hierin alle felle kleuren verwerkt. Dat u als kijker daar een ander idee over hebt maakt niet uit...  


Bronnen:

- http://nl.wikipedia.org/wiki/Romantiek_(stroming)

- http://nl.wikipedia.org/wiki/Realisme_(kunststroming)

- http://nl.wikipedia.org/wiki/Expressionisme

Klas 6: Balansverslag


Balansverslag

1) Welke literaire boeken spraken je bijzonder aan en waarom? Geef voorbeelden en argumenten.
Het boek ‘Post voor Mevrouw Bromley’ en ‘De engelenmaker’ van Stefan Brijs zijn naar mijn idee hele goede boeken. Zijn schrijfstijl vind ik fijn om te lezen. Daarom heb ik van hem nog een tweede boek gelezen. Het zijn dikke boeken, maar niet langdradig, door de korte en krachtige zinnen. De informatie die werd gegeven was allemaal ‘to the point’, terwijl bij andere schrijvers zinnen voorkwamen met een heleboel onzin zonder dat zij echt een punt maakten. Een boek met de schrijfstijl waarin veel lange onbenullige zinnen voorkwamen is bijvoorbeeld 'Max Havelaar of de koffieveilingen van de Nederlandse handelsmaatschappij’ van Eduard Douwes Dekker.

2) Welke literatuurlessen zijn belangrijk voor je geweest? Om welke redenen?
De lessen waarin ik heb geleerd om een boek te beoordelen waren voor mij belangrijk. Dat is belangrijk geweest, omdat ik dat later nog moest toepassen en omdat ik nu een gerichte mening kon geven over een boek, waarbij ik niet zomaar in het wilde weg vertelde wat ik van het boek vond met allemaal onsamenhangende subjectieve argumenten. Nu kan ik geordend werken en tijdens het lezen al een mening vormen in plaats van achteraf. Dit is handig, omdat ik later niet meer van elk boek dat ik lees een verslag moet maken, maar toch een mening heb gevormd.

3) Welke ervaring(en) met literatuur hebben absoluut weerstand opgeroepen? Hoe verklaar je die weerstand? Wanneer je bijvoorbeeld iets saai vond, kwam dat volgens jou door een gebrek aan kwaliteit van de schrijver of door jouw manier van lezen?
Mijn weerstand kwam vaak voort uit onbegrip die ik tegenover een schrijver had. Als ik namelijk merkte dat een schrijver te lang en te veel wilde vertellen met behulp van details om te laten zien dat hij ergens veel van af wist of om iets realistisch te laten lijken, vond en vind ik dat zo’n schrijver faalt in het realistisch laten lijken van iets en omdat hij zijn kennis zo uitgebreid vertelde was dat voor mij een teken van arrogantie. Ik ‘mocht’ dan als het ware de schrijver niet meer en vond zijn boek automatisch saai. Dit lag dus volkomen aan mij, maar wel met de onbewuste medewerking van de schrijver.

4) Ben je in de loop van de tijd dat je met literatuur bezig was er anders naar gaan kijken? Probeer die ontwikkeling bij jezelf vast te stellen. Geef voorbeelden van wat je nu beter kunt.
Ik heb altijd van lezen gehouden, maar ik had vroeger nooit een beargumenteerde mening over boeken. Ik vond een boek leuk of niet leuk. En waarom? Ja eh… daarom? Mijn mening kan ik nu zonder aarzelen vormen en ik weet dat mijn mening niet ‘slecht’ zal zijn, omdat ik goede argumenten aan kan dragen. Ik heb echter ook geleerd dat literatuur niet alleen lezen is. Onder literatuur valt immers ook de tijd waarin een schrijver een boek heeft geschreven. Tijdens het lezen wilde ik dat nogal eens vergeten en vond ik sommige dingen krom gedacht en waren bepaalde scènes heel negatief en kwam er voortdurend (zelf)moord in voor. Toen ik erachter kwam dat dat onder de literaire stroming Romantiek viel, had ik ineens meer sympathie voor een schrijver. Je leert op die manier niet alleen boeken te lezen en te beoordelen, maar ook jezelf in te leven in de tijd en omgeving van de schrijver.

5) Loop je blog nog eens door en stel vast waarmee je uiteindelijk al dan niet tevreden kunt zijn, waar het gaat om je aanpak bij het werkproces en je studievaardigheden. Geef voorbeelden. Met welke werkvormen kon je goed uit de voeten, met welke niet? Waarom?
Ik ben zeer tevreden over mijn blog. Zodra er een verslag moest worden gemaakt, koos ik zodra het kon voor het algemene leesverslag. Ik wist tijdens het lezen al waar ik op moest letten en tegenwoordig stop ik papiertjes tussen de bladzijden waar ik bepaalde gedachtes voor in het verslag bij kreeg. Ik merk dat ik heel erg ben gegroeid. Mijn verslagen werden duidelijker en van betere kwaliteit. Ik kreeg er ook steeds meer plezier in om leesverslagen te maken, terwijl ik daar eerst een gloeiende hekel aan had. Een boek lezen vond ik leuk, maar dat vervelende verslag daarna niet. Nu merk ik dat je met dat verslag jezelf helpt het boek helemaal te begrijpen.
Ik vond het heerlijk om betogend te schrijven (daarbij denkend aan de Max Havelaar). Ik vond dat helemaal geen leuk boek, maar ik kon wel goed vertellen waarom dit boek in de literaire stroming Romantiek thuis hoorde.
De enige werkvorm waar ik heel slecht mee uit de voeten kon, was het maken van een samenvatting. Ik was ook erg blij toen in latere leesverslagen de samenvattingen van internet gehaald mochten worden. Ik vind het moeilijk om alle belangrijke punten uit een verhaal te halen, terwijl naar mijn idee het hele verhaal heel belangrijk was. Zeker als een boek veel verhaallijnen had en ik dacht aan de samenvatting die ik in de vierde klas gemaakt had, was ik opgelucht dat die verschrikking mij niet nog een keer hoefde te overkomen.

6) Welke plaats denk je dat de literatuur in het vervolg van je leven te kunnen geven?
Deze vraag verdient een literair antwoord! Ik denk dat literatuur in het vervolg van mijn leven naar de achtergrond zal schuiven. Als aankomende aardwetenschappelijke student geloof ik niet dat ik literaire stromingen of mijn mening over boeken zal moeten geven. Mijn lees-kilometers zijn wel heel ver gevorderd en daar ben ik zeer dankbaar voor. Ik lees nu veel moeilijkere boeken dan eerst. De blog gaf mij ook aansporing om betere boeken te lezen. Iedereen kon namelijk zien wat ik had gelezen en gemaakt en als ik er veel werk in had gestoken en het later terug las op mijn blog, voelde ik (gepaste) trots.
Ik geloof dat ik veel gegroeid ben en vind het zelfs jammer dat we pas in de vierde klas zijn begonnen met het produceren van een blog.
7) Welk advies heb je voor je literatuurdocenten?
Blijf doorgaan met de blogs! Het werkt efficiënt en nooit hoeft iemand bang te zijn dat verslagen uit drie jaar kwijtraken voordat de mondelingen zijn geweest.
Helaas heb ik in de vierde klas heel weinig gedaan aan literatuur. Ik moet met schaamte toegeven dat ik niet eens meer weet wat er in de lessen behandeld is geweest. De lessen vielen mij over het algemeen tegen.
Ik vond het zelf presenteren van de stof geen goed idee. Mensen die iets niet goed hadden voorbereid, verpesten de uitleg voor de rest van de klas en het was altijd maar gokken of de punten die zij als belangrijk beschouwden ook echt belangrijk waren. De presentaties zoals ze waren in de vijfde klas was dus geen goed idee en ik heb in die lessen ook weinig opgestoken. Terwijl ik wel veel wist van de ene schrijver die ik had behandeld (die niet eens in de toets voor kwam).
In de zesde klas hebben we gewerkt met posters waarop je een samenvatting moest maken. Dit was al een beter plan, want nu moest je een groter gedeelte van de stof uitpluizen en reproduceren in een samenvatting. Het jammere waren weer de presentaties. Die werden niet serieus genomen. Misschien is het daarom goed om een bepaalde druk tegenover de presentaties te zetten, waardoor die wel serieus genomen moeten worden.


Zou er iets gedaan kunnen worden aan de duidelijkheid over de niveaus van boeken? In de mediatheek lag namelijk wel een lijst met boeken, maar die stonden niet allemaal in de kast en de boeken die in de kast stonden, waren heel vaak niet te vinden in de lijst. Daardoor wist ik niet wat nou precies mijn niveau per boek was…

Ik wil de docenten die ik heb gehad voor het vak Nederlands bedanken, omdat zij mij verder hebben geholpen bij het vormen van mijn literaire kennis.

Klas 6: Leesverslag De Engelenmaker (Stefan Brijs)

Algemene informatie
a)
I. Auteur: Stefan Brijs
   Titel: De engelenmaker
II. Plaats van uitgave: Den Bosch
    Jaar van uitgave: 2008
    Jaar van eerste uitgave: 2005
III. Aantal pagina's: 494

b) Genre: psychologische roman

c) Samenvatting:

“De Engelenmaker” bestaat uit drie delen.
Het eerste deel speelt in het heden en vertelt hoe Dokter Victor Hoppe terugkomt in zijn geboorteplaats Wolfheim, een dorpje vlakbij het drielandenpunt. Met zijn hazenlip en zijn rode haren maakt hij een eigenaardige indruk. Hij heeft drie kinderen bij zich, die naar geruchten een spleet over hun hele gezicht hebben. De bewoners van Wolfheim moeten niets hebben van de rare dokter, maar na een aantal genezingen merkt men dat hij best meevalt. Ook zijn zoons vallen mee, ze hebben een hazenlip net als hun vader en lijken sprekend op elkaar. Als de dokter de namen van de kinderen noemt, schrikken de bewoners toch wel. Ze heten Michaël, Rafaël en Gabriël, net als de aartsengelen.
De dokter huurt een huishoudster, Frau Maenhout, in, die steeds meer te weten komt over de dokter en zijn kinderen. De dokter gedraagt zich namelijk erg vreemd; hij toont geen emoties, wil absoluut niet dat zij de kinderen over God vertelt en de kinderen mogen nooit naar buiten. Nu zou men hem autistisch hebben genoemd, het syndroom van Asperger, maar toen kenden ze dat nog niet. Als Frau Maenhout bijna achter de waarheid is, komt zij door een vreselijk ongeluk om het leven.

In het tweede deel, dat afwisselt tussen Victor Hoppes jeugd en zijn tijd als student, wordt duidelijk wat er met de dokter en zijn kinderen aan de hand is. Victor Hoppe heeft de eerste jaren van zijn leven als “debiel” in een gesticht doorgebracht. De enige die gelooft dat hij niet debiel is, is Zuster Marthe. Zij leert Victor lezen en praten. Na een paar jaar haalt zijn vader hem uit het gesticht. Victor komt terecht op een universiteit. Hij blijkt een briljant genie in het klonen van zoogdieren. Eerst oefent hij op muizen, later op mensen. En inderdaad, zijn kinderen zijn klonen, van hem. Helaas gedraagt Victor zich raar, waardoor de staf van de universiteit aan hem twijfelt. Rex Cremer, de stafarts, is de enige die weet wat er precies aan de hand is. Hij raakt verstrikt in wat hij weet.

In het derde deel, weer het heden, komt Rex Cremer opnieuw in aanraking met Dokter Hoppe. Hij ontmoet ook zijn kinderen en Dokter Hoppe vertelt hem wat er mis is met de kinderen. Ze worden te snel oud; elk jaar van hun leven telt voor tien tot vijftien jaar. Dan komt ook de draagmoeder van de jongetjes haar “kinderen” opzoeken. Als ze bij Dokter Hoppes huis aankomt is er al één dood. Ze brengt de laatste dagen van hun leven met ze door.

Uiteindelijk, terwijl de dorpsbewoners de kruistocht van Jezus op de Vaalserberg volgen, kruisigt Dokter Hoppe zichzelf. Hij vergelijkt zichzelf met Jezus en dit is volgens hem de opdracht die hij moet volbrengen. Hij eindigt aan het kruis, terwijl het hele dorp sprakeloos toekijkt.

 
Verwachtingen
Mijn verwachtingen voor dit boek zijn redelijk hoog. Iemand die in de mediatheek werkte raadde mij dit boek aan en aangezien het boek verschillende prijzen had gewonnen, genomineerd was voor literatuur prijzen en het boek verfilmd zou worden.
Ik had aan de medewerkster van de mediatheek gevraagd of zij mij wilde helpen met het zoeken naar een boek met een redelijk niveau. Dit boek was zoals ik wilde een redelijk hoog niveau en het verhaal sprak mij ook aan.
Qua inhoud wist ik niets van het boek af, maar mij werd verteld wat er zoal in stond en de achterkant vertelde mij het begin van het verhaal en mijn nieuwsgierigheid was gewekt. Van de schrijfstijl verwachtte ik dat het goed te lezen zou zijn. Voor ik aan dit boek was begonnen had ik alvast een pagina gelezen die mijn vermoeden bevestigde.
Enige scheikundige kennis zou me van pas komen, omdat sommige processen die in het boek werden beschreven over scheikunde zou gaan. Aangezien ik geen scheikunde had, dacht ik eerst nog dat dat een probleem zou kunnen vormen (achteraf is gebleken dat de processen zo werden beschreven dat ik er met mijn minieme kennis ook met mijn verstand bij kon).
 
Motieven en thema
Het motief in dit boek is het onderscheid maken tussen goed en kwaad. Het bijzondere is dat de schrijver de hoofdpersoon (Dokter Hoppe) een eigen idee van 'goed' meegeeft. Het goede bij Dokter Hoppe is hetgeen recht tegenover Gods wil staat. God had naar zijn idee Jezus niet mogen verlaten aan het kruis. God was dus 'slecht'. Deze ideeën gaan in tegen wat wij denken, maar als de redenatie van Dokter Hoppe door de schrijver is uitgelegd, is die ook te begrijpen.
 
Geloof is dus zeker een thema in dit boek. Vooral het anders denken van Dokter Hoppe. Zijn drie klonen noemt hij naar de aartsengelen:  Michaël, Rafaël en Gabriël. Waarmee ook de titel van het boek uitgelegd is. Dokter Hoppe kloonde zichzelf en 'maakte' op deze manier engelen en is daarmee de engelenmaker. 
 
Medisch experimenteren maakt in dit boek ook een groot deel uit als thema evenals nieuwe ontwikkelingen, klonen en experimenten. Stefan Brijs laat in het boek heel goed zien dat men zijn tijd voor kan zijn. De mensen en zeker de dorpsgenoten waren nog niet klaar voor nieuwe ontwikkelingen. Ook worden vragen gesteld die vandaag de dag nog gelden. Is de wereld er klaar voor om klonen te ontvangen of moet men de Wil van God accepteren en niet proberen het lot te veranderen of mensen te scheppen.
 
Daarbij kom je tot het volgende thema: dorpsleven. Wolfheim is een heel klein dorp en roddels verspreiden zich heel snel. Iedereen in het dorp kent elkaar en veranderingen zijn maar moeilijk te accepteren. De kinderen van Dokter Hoppe zagen er vreemd uit en daar werd dan ook alleen maar over gepraat en theorieën bij bedacht. Jaloezie speelt in dit dorp ook grote parten. Mensen voelen zich belangrijker dan anderen en proberen de meeste roddels te verkondigen, zodat het lijkt alsof zij meer weten van Dokter Hoppe dan de andere dorpsgenoten. Ook wilden heel veel mensen bij de Dokter werken, nadat hij een 'mirakel' had verricht. Hij was in aangezien gestegen en ineens werd het interessant om daar te werken, zodat zij veel roddels konden verzamelen.
 
Een laatste thema uit het boek is Asperger. Dat is een syndroom dat men toen nog niet kende. Dat verklaarde de houding van Dokter Hoppe en zijn zonen. Allen waren zij zeer gesloten en dachten in als dit, dan dat. Nu herkennen wij dit, maar als men niets van het verschijnsel Asperger af weet, is het logisch dat men denkt dat deze kinderen als ze klein zijn of debiel zijn of dom. Als dan later blijkt dat ze noch dom, nog debiel zijn, maar nog steeds gesloten, weet niemand meer wat er aan de hand is. Zeker in het dorp Wolfhein zijn daardoor veel speculaties over de dokter en zijn drie kinderen gekomen.
 
Beoordeling
 
a : schrijfstijl
 
De schrijfstijl in dit boek was alles behalve moeilijk. Je leest er vlot doorheen, omdat de zinnen in het boek een gemiddelde lengte hebben; niet extreem kort, maar (gelukkig) ook niet extreem lang. Het is fijn dat er weinig details worden verteld en dat de schrijfstijl zo vlot is. Ik geloof dat als de schrijfstijl gericht was op het brengen van details, dat ik dan niet goed de scheikundige experimenten had kunnen begrijpen. Nu was dat goed te doen. Moeilijke woorden kwamen er ook bijna niet in voor, op een paar scheikundige begrippen na. Sommige onbekende woorden kwamen uit de biologie en verklaarden dingen uit het DNA van iemand, maar die werden zo duidelijk beschreven of uitgelegd door Dokter Hoppe aan personages in het verhaal, dat het voor mijzelf ook duidelijk werd.
 
Het boek was in drie delen opgedeeld. Het eerste deel en het laatste deel zijn eigenlijk het hele boek. Het laatste deel sluit naadloos aan op het eerste deel, maar als het tweede deel zou ontbreken zou je punten uit het verleden missen. Ik zat helemaal in het verhaal en vond het leuk en apart dat ik daar ineens uit werd gerukt en weer terug in het verleden werd gezet. Daardoor kwam ik achter redenen die mensen hadden voor bepaalde handelswijzen. Met die uitleg stroomde je door naar het derde deel en daar kwamen allerlei gedachtes en feiten bij elkaar in één beeld dat ik al voor me had, maar wat de dorpsgenoten nog niet wisten. Ik vond het een bijzondere gewaarwording dat ik, net als in een film, tegen de mensen wilde vertellen wat er was gebeurd. Dat geeft ook de realistische schrijfstijl aan over een onderwerp (klonen) waar ik niet eens mee in aanraking ben geweest.
 
Citaat (bladzijde 354-355):
"Levens geven. Zoals God.
Victor zag het als een handschoen die hem werd toegeworpen. Een uitdaging.
God geeft en God neemt, Victor. Maar niet altijd. Soms moeten we dat zelf doen. Onthoud dat.
Ineens had hij het begrepen. En ineens had hij weer een doel gehad."
 
In bovenstaand citaat is te zien dat de zinnen kort en duidelijk zijn. Ook is goed te bedenken waarom Dokter Victor Hoppe aan de hand van deze gedachten handelingen verzet.
 
b : inhoud
 
Situaties:
In het boek ontstaan soms extreme situaties. Het blijkt dan dat Victor Hoppe in zijn jonge jaren al vreemde reacties gaf. Ik begreep niet hoe iemand zo kil kon zijn. Zelfs niet als iemand Asperger heeft. Dit boek geeft een kleine uitleg over de gedachte die iemand  met Asperger kan hebben. Ook de simpele 'als-dan-gedachte' wordt uitgelegd:
 
Citaat (bladzijde 345-346):
- Voorafgaand aan dit citaat verteld de rector aan Victor dat zijn vader zelfmoord heeft gepleegd -
"Hij wist hoe, maar moest hij dat gaan vertellen? Was dat zijn taak? Als de jongen het wilde weten, dan had hij daar natuurlijk recht op. Maar hoe moest hij het vertellen?
'Aan een boom,' zei hij, in de hoop dat dat voldoende duidelijk was.
De jongen knikte en zei toen iets dat de rector niet helemaal begreep.
'Zoals Judas dus.'
'Wat zei je?'
Victor schudde het hoofd en zweeg verder.
'Is er iemand die je kan komen halen?' vroeg de rector bezorg. 'Die je naar huis kan brengen? Kan ik iemand voor je bellen?'
'Nee, Herr Rektor, dank u,' antwoordde Victor. En na een korte pauze, waarin hij zijn handen naar zijn schoot liet zakken, vroeg hij: 'Moet ik naar huis? Is dat echt nodig?'
'Dat lijkt me wel,' zei de rector, de wenkbrauwen fronsend.
 
Vertelperspectief:
Het boek wordt in de derde persoon vertelt en geeft een kijk op iedereen. Op precies de 'goede' momenten schakelde de schrijver over naar een ander personage. Persoonlijk ben ik geen fan van flashbacks, dus was ik blij met de gesloten eindes tussendoor zonder dat je toch het hele verhaal weet.
 
Eindoordeel
 
Aan de hand van structurele argumenten (het bij elkaar passen van thema, personen, ruimte, enz.) is dit boek als zeer goed te bestempelen. Eerst heeft het boek allemaal verschillende lijnen en verschillende soorten personages die je niet zomaar bij elkaar zal denken, maar de schrijver laat zien dat aan het einde van de wirwar aan informatie een gesloten einde zat en na dat einde werd nog verteld over de laatste personages waar je nog vragen over zou kunnen hebben, lijkend op een happily ever after bij een Hollywood film.
 
Citaat (bladzijde 492):
 "En toen zag hij de processie verschijnen, pastoor Kaisergruber op kop. Zelfs die zou ten slotte in zijn goedheid moeten geloven. Daar was hij zeker van toen hij de priester aankeek en de priester hem."
 
Als gekeken zou worden naar de realistische argumenten zou dit boek als 'slecht' worden bestempeld, omdat de realiteit nog ver te zoeken is. Het is nog niet mogelijk om mensen te klonen, maar de schrijver heeft dit alles heel realistisch beschreven. Als men kijkt naar de realistische schrijfstijl is dit boek wel van hoge literaire 'goedheid'.
 
Bij de vernieuwingsargumenten scoort dit boek zeer goed. Zeker omdat het thema klonen zelfs in deze tijd nog vernieuwend is. De tijd waarin de verhaallijn speelt (1945-1990) was in Europa nog helemaal onbekend met het fenomeen klonen. Ook brengt de nieuwe visie van Dokter Victor Hoppe tegenover het christelijke geloof een vernieuwend idee naar boven.
 
Citaat (bladzijde 249-250):
 "'Dokter Hoppe, ik maakte een grapje. Waar wilt u eigenlijk heen?'
'...'
'Dokter Hoppe?'
'Klonen.'
'Klonen?'
'Klonen. Een identieke genetische kopie maken van...'
'Ik weet wat u bedoelt, maar wat zou u willen klonen?'
'Muizen. Bijvoorbeeld.'
'Dat is onmogelijk. Biologisch gezien is het onmogelijk om zoogdieren te klonen.'
'Het is een kwestie van techniek. Met de juiste middelen moet het lukken. In principe is het zelfs eenvoudiger dan mijn vorige experiment.'
 
De normen en waarden in het boek liggen bij Dokter Hoppe heel anders dan bij de gemiddelde mensen. Hij ziet het geloof op een voor ons vreemde manier en daardoor kan dit boek opstoot geven bij mensen die zeer gelovig zijn. Zelf heb ik ook kennis van het christelijke geloof, maar ik interpreteer het op de 'normale' manier, terwijl voor de manier van Hoppe ook morele argumenten aan te dragen zijn. Soms handelde Dokter Hoppe ook op een vreemde manier, waaruit later bleek dat dit overeenkomsten had met Jezus aan het kruis. In het volgende citaat ziet de stafarts wat Hoppe met zichzelf doet.
 
Citaat (bladzijde 472):
 "'Wilt u het zien? Gelooft u het dan?' riep Victor. Hij trok zijn hemd nog hoger op. Zijn zij vertoonde een snee van bijna tien centimeter. 'Wilt u het voelen misschien? Gelooft u het dan?'
Met een breed gebaar bracht Victor een hand naar de wond en stak twee, drie vingers in de snee. Hij trok, nee, hij scheurde de wond open."
 
Ik vond dit boek ook heel goed als ik het bekijk aan de hand van emotivistische argumenten. Ik werd namelijk helemaal meegesleept in het boek en ik snapte zelfs de gedachtegang die in het hoofd speelde van ieder personage. Ook kon ik het boek niet zomaar wegleggen voor ik ging slapen. Ik wilde weten wat er met de kinderen zou gebeuren en hoe het kon dat ze zo ziek waren of dat ze nooit buiten kwamen. In mijn hoofd ging ik telkens linken leggen die achteraf heel onzinnig waren.

Al met al viel dit boek bij mij erg in de smaak, terwijl ik eigenlijk niet zo heel erg houd van experimenteren, realistische bloederigheid of boeken die kritiek hebben op een geloof. Ik vind dan altijd dat je vanuit je eigen 'hokje' naar het boek moet kijken en dus een bepaalde mening krijgt aangeschreven. In dit boek was daar geen enkele sprake van en probeerde de schrijver juist om de lezer zoveel mogelijk te laten begrijpen van zoveel mogelijk personages. Ik kon me zelfs inleven in de ideeën van Dokter Hoppe die zo graag 'goed' wilde zijn, maar daarin mislukt, omdat hij niet inziet dat de mensen om hem heen aan 'goed' een hele andere definitie geven.

De hoge verwachtingen die ik had gekregen heeft de schrijver zeker waar gemaakt. Sowieso beviel de schrijfstijl mij ten zeerste en lees je vlot door het boek. Dit boek heeft veel indruk op mij gemaakt en ik zou het boek aan iedereen aan willen raden, zelfs diegenen die geen scheikundige kennis hebben.
Het einde is heel erg schokkend en achteraf dacht ik: hoe kan nou dat hij zichzelf op heeft gehangen aan een kruis? Hoe kun je nou jezelf vastslaan? En ineens besefte ik dat Victor dit ook dacht toen zijn vader zichzelf had opgehangen... (Gelukkig kreeg ik, net als Victor van zijn rector, een uitvoerige beschrijving. Die beschrijving was net iets te realistisch naar mijn zin, maar gaf wel de informatie die ik wilde weten. Dit laatste moet ik met schaamte toegeven.)

Citaat (bladzijde 490-491):
"Hij was linkshandig. Daarom timmerde hij eerst een van de spijkers in de dwarsbalk, daar waar zijn linkerhand moest komen. In de verte had hij de muziek al gehoord. Sombere muziek.
Toen bukte hij zich en legde zijn linkerhand op de grond. De hamer nam hij in zijn rechterhand. Hij nam een tweede spijker en sloeg die door zijn linkerhand. Het ging vanzelf. Het deed pijn, maar dat hoorde erbij. Dat moest hij lijdzaam ondergaan. Hij sloeg de spijker helemaal door zijn linkerhand en haalde die hand omhoog. Onderlangs trok hij de spijker uit zijn hand, waar nu een gat in zat. Hij keek ernaar. Hij keek erdoor. Met een verband omwikkelde hij zijn hand."

Ik zou graag een ieder die dit verslag leest willen aansporen tot het lezen van 'De engelenmaker'! En excuses voor het uitzoeken van de meest huiveringwekkende citaten.


Bronnen

- Kees van der Pol, Boekverslag De Engelenmaker, 24 november 2005, internet:
http://www.scholieren.com/boekverslag/59074

- Huiswerkvrij, Stefan Brijs - De engelenmaker, 15 juni 2006, internet:
http://www.huiswerkvrij.com/stefan-brijs-de-engelenmaker/

zondag 25 november 2012

Klas 6: leesverslag stromingsboek: De Donkere Kamer Van Damokles (Willem Frederik Hermans)

Algemene informatie
a)
I. Auteur: Frederik Hermans, Willem
   Titel: De donkere kamer van Damokles
II. Plaats van uitgave: Pössneck (Duitsland) (bij de eerste    uitgave Amsterdam)
    Jaar van uitgave: 2012
    Jaar van eerste uitgave: 1958
III. Aantal pagina's: 319

b) Genre: psychologische oorlogsroman

c) Samenvatting 

Het boek begint met de beroemde zin ‘…Dagenlang zwierf hij rond op zijn vlot, zonder drinken’. De onderwijzer van Henri Osewoudt vertelt een verschrikkelijk verhaal over een drenkeling, die het zoute water van de zee niet kan drinken, terwijl hij toch zo’n dorst heeft. Iedereen lacht erom, behalve Henri. Als hij twaalf jaar is, vermoordt zijn geestelijk gestoorde moeder zijn vader, een sigarenhandelaar te Voorschoten. Hij verhuist naar Oom Bart in Amsterdam. Zijn oudere nicht Ria neemt hem ‘s nachts bij zich in bed. Later ontdekt hij dat ze lelijk is.
Op zijn zeventiende ontdekt hij ook dat hijzelf klein en onaantrekkelijk is, met zijn dunne haar en gladde wangen. Hij trouwt met Ria en verhuist met haar en zijn moeder, die de psychiatrische inrichting heeft verlaten, naar 
Voorschoten en heropent de sigarenwinkel. Hij kan niet in militaire dienst: hij is niet lang genoeg. Dan ontmoet Osewoudt in mei 1940 de officier Dorbeck, die zich niet aan de Duitsers wil overgeven. Dorbeck vraagt Osewoudt een fotofilmpje voor hem te ontwikkelen en dit op te sturen naar het adres van ene Evert Jagtman te Amsterdam. Nog driemaal verschijnt Dorbeck in Osewoudts sigarenwinkel. Eenmaal om van Osewoudt een pak te lenen (Osewoudt begraaft zijn uniform); de tweede keer om het pak terug te brengen. Hij vraagt Osewoudt dan een ander filmpje te ontwikkelen. Osewoudt verprutst dit filmpje. De derde keer krijgt Osewoudt opdracht iemand te vermoorden in Haarlem. Dorbeck geeft hem een pistool. Samen met Zéwüster, een medewerker van Dorbeck, brengt hij in Haarlem drie mannen om. Hierna ziet Osewoudt Dorbeck niet meer. Hij ontwikkelt de foto’s van het 
filmpje dat Dorbeck hem in de meidagen gaf. Daar staan drie foto’s op, maar de vierde, een foto van Dorbeck, mislukt, want zijn hysterische moeder doet het licht aan. Hij bewaart de drie andere foto’s als ‘herinnering aan de enige man die hij ooit bewonderd had’. In 1944, vier jaar later, bericht Dorbeck Osewoudt dat hij de foto’s naar een postbusnummer in Den Haag moet sturen. De foto’s fungeren als opmaat voor verzetsopdrachten. Eerst legitimeert ene Elly Sprenkelbach Meyer zich met één van de foto’s. Zij komt uit Londen, vertelt ze. Hij laat haar logeren bij Oom Bart te Amsterdam. Wanneer hij de volgende dag naar zijn huis in Voorschoten opbelt, hoort hij van Moorlag, een student die bij Osewoudt op kamers woont, dat de Duitsers die nacht zijn moeder en Ria hebben gearresteerd. Moorlag heeft een envelop weten te redden waarin de tweede foto zit. Osewoudt moet Dorbeck over een week bellen. Moorlags vriend Meinarends bezorgt Osewoudt een nieuw persoonsbewijs en introduceert Osewoudt in de verzetsgroep van Labare, waar hij foto’s moet ontwikkelen. Hij ontmoet de Marianne, een ondergedoken Jodin. Ze verft zijn haar zwart, zo lijkt Henri sprekend op Dorbeck. Toevallig komt hij Zéwüster tegen, die bang voor hem lijkt te zijn.

Als hij op de afgesproken tijd Dorbeck belt, krijgt hij de opdracht een medewerkster van Dorbeck te ontmoeten in Amersfoort. Deze vrouw is gekleed in het uniform van leidster van de Nationale Jeugdstorm en moet zich met de derde foto legitimeren, maar Osewoudt vergeet naar de foto te vragen. Ze noemt zich ‘Hé jij’. Osewoudt vermoordt drie mensen en voegt zich weer bij ‘Hé jij’, die op de terugreis gearresteerd wordt. Osewoudt keert terug naar Amsterdam en ontmoet Mariannne bij de ingang van een bioscoop. Tijdens het voorprogramma wordt zijn portret geprojecteerd met het onderschrift dat hij gezocht wordt. Hij vlucht, maar wordt gearresteerd. 
Eerst wordt hij keihard ondervraagd door Kriminalrat Wülfing over de aanslag in Haarlem. Een andere gevangene beweert dat hij Henk Osewoudt is. Osewoudt zwijgt. Obersturmführer Ebernuss gaat verder met het onderzoek. Hoewel Osewoudts verwondingen niet ernstig blijken te zijn, laat Ebernuss hem naar het ziekenhuis Zuidwal brengen. Osewoudt vermoedt dat de homoseksuele Eberrnuss hem heeft willen sparen. Dezelfde avond wordt hij uit het ziekenhuis bevrijd en naar Leiden gebracht, naar het huis van Labare, waar ook Marianne is. Ze bedrijven de liefde en hij vertelt hij Marianne over zijn dubbelganger Dorbeck. Ook vertelt hij haar dat hij zich minderwaardig voelt. Dan vallen de Duitsers het huis binnen en arresteren ze Osewoudt opnieuw. Ebernuss is vriendelijk. Osewoudt hoort van hem dat zijn moeder overleden is en dat Ebernuss achter het bestaan van Dorbeck is gekomen. Hij wil Marianne in veiligheid brengen als Osewoudt hem met Dorbeck in contact brengt. In de auto op weg naar het ontmoetingspunt blijkt dat Ebernuss wil deserteren. Dorbeck is inderdaad op de illegalensociëteit aanwezig en hij draagt Osewoudt op om Ebernuss te vergiftigen. Dorbeck geeft Osewoudt een adres en een vermomming (een verpleegstersuniform) en belooft om hem en Marianne naar het bevrijde Zuiden te helpen. Osewoudt neemt een foto van hen beiden, staande voor een spiegel. Marianne blijkt in een ziekenhuis te zijn bevallen van een doodgeboren kind. Kapot van verdriet, accepteert Osewoudt een lift van een Luftwaffe-officier. 
Onderweg naar Dordrecht, waar hij zich van de officier ontdoet, vermoordt hij in Voorschoten zijn vrouw Ria. 
In het bevrijde Zuiden wordt hij dadelijk in hechtenis genomen: men houdt hem voor een berucht verrader. Hij wordt naar Engeland gebracht. De autoriteiten daar ondervragen hem uitsluitend over zijn contact met Elly. Terug in Nederland wordt hij gevangen gezet in een kamp voor landverraders in Drenthe. Dan wordt zijn zaak nauwkeurig onderzocht. Het blijkt dat de drie foto’s gebruikt werden door de Duitsers om verzetsgroepen te infiltreren. Inspecteur Selderhorst vindt dat Osewoudt ‘Hé jij’ en ook de groep Labare aan de Duitsers heeft uitgeleverd. Osewoudt kan het bestaan van Dorbeck niet aantonen: iedereen die hem ontmoet heeft, is dood; de ene foto waarop Dorbeck staat, is mislukt en de andere, waar zij samen op staan, zit nog in Osewoudts toestel. Selderhorst laat naar dit toestel zoeken. Bij de reconstructie van zijn tweede arrestatie kan Osewoudt de straat 
waarin hij vluchtte, niet terugvinden, maar wel weet hij Dorbecks uniform op te graven uit zijn tuintje in Voorschoten. Uit een krantenartikel, getiteld ‘Held of verrader’ blijkt de verwarring in de zaak-Osewoudt. Marianne is onvindbaar in Palestina. Zijn moeders psychiater wil op het proces verklaren dat Osewoudt net als zij aan waanvoorstellingen lijdt. Osewoudt weigert verontwaardigd. Uiteindelijk vindt men Osewoudts camera waar de film 
nog in blijkt te zitten. Maar er staat alleen een foto op van Osewoudt in gezelschap van Eberrnuss. Wanhopig roepend, rent Osewoudt het gebouw uit en wordt bij het hek neergeschoten.

Specifieke opdracht: verwerkingsvragen
 
a Noteer puntsgewijs de kenmerken van je stroming
 
Dit boek is niet bij een naoorlogse stroming in te delen. Wel zijn er enkele elementen te herkennen uit de literaire stroming Romantiek; 
1. Liefde en vriendschap was volgens de romantici belangrijk, omdat men vrienden kiest op grond van hoe zij zijn en het handelen van een persoon kan worden verklaard door zijn/haar relaties (vriendschappelijk, maar ook bij partners). 
2. Nationalisme komt voort uit de gedachte dat elke samenleving en natie zijn eigen cultuur heeft door een gemeenschappelijk verleden. Volgens romantici moet die niet aangetast worden. 
 
Anderen zijn van mening dat dit boek valt onder existentialisme;
3. Iedere individu moet het zinloze leven 'zin' geven. Het leven wordt gezien als iets volstrekt zinloos.
4. De verandering in de hoofdpersoon die erachter komt dat hij het leven in zijn hand heeft, in plaats van het geloof dat de mens los staat van alles en iedereen.
5. Door middel van extreme situaties gaat de mens zichzelf vragen stellen en die kunnen alleen beantwoord worden door de subjectieve 'ik'.
6. Het draait om egocentrisme: de individu is voor zichzelf het middelpunt, waardoor er vele middelpunten zijn.
 
Ook het ontluisterend proza is in het boek te vinden:
7. De hoofdpersoon is een antiheld: amoreel, anti-intellectualistisch, areligieus en heeft geen idealen. De nadruk ligt op lichamelijkheid (negatief).
 
b) Licht de kenmerken (bij a genoemd) toe met voorbeelden uit het boek
1. Osewoudt heeft nooit veel vrienden gehad, wat veel invloed heeft gehad op zijn zelfbeeld en daardoor het navolgen van Dorbeck.
 
2. In een oorlog komen de nationalisten tegenover de niet-nationalisten te staan. In de Tweede Wereldoorlog waren de uitersten de NSB'ers tegenover de mensen uit het verzet. De NSB'er in het boek is bijvoorbeeld de zoon van de apotheker tegenover Osewoudt. De zoon van de apotheker had samen met Ria (de vrouw van Osewoudt) de echtgenoot van Ria aangegeven bij de Duitsers.
 
3/4. Osewoudt vond zichzelf een nietsnut en in het boek maakt hij een transformatie door, want hij ziet in dat hij door Dorbeck na te doen zijn leven vorm kan geven en de nietsnut in hem kan veranderen. Osewoudt dacht eerst dat hij nooit zou kunnen veranderen, omdat hij lelijk was en getrouwd was met zijn lelijke, zeven jaar oudere nicht. In het boek merk je dat hij tijdens zijn daden in het verzet ook dames kan verleiden en zelfs een mogelijke relatie binnen sleept. Door omstandigheden is er na de oorlog geen sprake meer van een relatie tussen de beide personen. 
 
5. De oorlog is naar mijn idee een extreme situatie om jezelf vragen te stellen en dat antwoord voor jezelf klaar te maken. 
Toen Osewoudt namelijk de keus kreeg om de Duitsers mee te helpen en zo zijn geliefde vrijheid te geven en een kans op een betere toekomst voor zichzelf met haar te scheppen of niet mee te helpen en te kiezen voor zijn vaderland, waarbij zijn geliefde dan in het concentratiekamp werd gelaten en dus zeker de dood tegemoet zou gaan. Hij moest als het ware beslissen over het de vrijheid van zijn geliefde tegenover de vrijheid van zijn vrienden en omdat hij meer liefde voelde voor zijn geliefde dan voor zijn vrienden maakte hij dus de subjectieve keuze om te kiezen voor zijn geliefde en de Duitsers mee te helpen.

6. Egocentrisme blijkt bijvoorbeeld in het handelen van Eberrnuss. Hij ziet dat het einde van de oorlog in het zicht komt en bedenkt dus dat hij zijn goede baantje bij de vijand maar beter op kan geven, wil hij zijn eigen hachje redden. Hij wil dan dat Osewoudt ervoor zorgt dat Dorweck zorgt voor een onderduikadres. 
 
7. Osewoudt is een echte antiheld. Hij is niet intellectueel wat tot blijk komt als hij in een bibliotheek komt en hij zich niet aangetrokken voelt tot alle lectuur die daar te vinden is. Dat hij niet religieus is merk je op het einde van het boek, als hij op de ziekenzaal ligt en letterlijk zegt dat bekering een middel van schijnheiligheid is om je eigen huid te redden, tegen de pater. Zijn lichamelijkheid komt door het hele boek naar voren. Hij is sterk door judo, maar ook lelijk. Door zijn lelijkheid vindt hij zichzelf minder dan andere mensen, terwijl hij zichzelf juist erg snel lichamelijk aangetrokken voelt tot het vrouwelijk geslacht. 

c) Leg uit welke mate het door jou gekozen boek een exponent is van de betreffende stroming.
Aangezien het boek drie stromingen bevat, vind ik het moeilijk om een bepaalde exponent te geven aan het boek voor een enkele stroming of voor de drie stromingen afgezonderd van elkaar. De stromingen hangen naar mijn idee samen met het idee dat in die tijd speelde. De Tweede Wereldoorlog was net achter de rug en dat moet zoveel indruk hebben gemaakt dat de meningen en gevoelens opnieuw de vrije loop kregen. Het was bijzonder om te zien hoe de stromingen samenkwamen tot een logische gedachtegang voor de periode na de Tweede Wereldoorlog. Mensen zijn erg nationalistisch, hadden veel gedaan om hun eigen hachje te redden, grenzen zijn letterlijk en figuurlijk overschreden en na de oorlog moesten al die mensen weer zichzelf leren kennen en was het meeste onderlinge wantrouwen verdwenen. Het gebrek aan vertrouwen in elkaar had geleid tot het sterke egocentrisme en door het 'zuiveren' van de landverraders uit de Nederlanders zou eigenlijk iedere verzetsstrijder krijgen wat hem/haar toebehoort: vrijheid. Maar het boek drukt je bij deze even met je neus in andere pap, want dat blijkt helemaal niet zo te zijn. Een onschuldig persoon kan dus vast komen te zitten, terwijl hij net zo goed van de vrijheid hoort te genieten. Deze wending aan het verhaal laat zien dat rationalisme niet perse hoeft te lijden tot gerechtigheid en er altijd een vorm van subjectiviteit in een vrijlating zit: Osewoudt werd niet geloofd omdat hij er zo raar uitzag. 


Bronnen

- Website 'Lezen voor de lijst', 'De donkere kamer van Damokles Willem Frederik Hermans', internet, 25 november 2012, (http://oud.lezenvoordelijst.nl/documents/ex_hermans_docent.pdf)

- Laura, 'De donkere kamer van Damokles', internet, 9 september 2003, (http://www.scholieren.com/boekverslag/52018) 

- Wikipedia, 'Romantiek (stroming)', internet. 25 november 2012, (http://nl.wikipedia.org/wiki/Romantiek_(stroming))

- Wikipedia, 'Existentialisme', internet, 25 november 2012, (http://nl.wikipedia.org/wiki/Existentialisme)

- Wikipedia, 'Nederlandse literatuur, internet, 25 november 2012, (http://nl.wikipedia.org/wiki/Nederlandse_literatuur)




woensdag 24 oktober 2012

Klas 6: leesverslag stromingsboek: Kaas (Willem Elsschot)

Algemene beschrijving
a) 
I. Auteur ; Elsschot, Willem 
   Titel ; Kaas
II. Plaats van uitgave ; Groningen/Houten
    Jaar van uitgave ; 2012
    Jaar van eerste uitgave ; 1933
III. Aantal pagina's ; 91

b) Novelle

c) Samenvatting:
Het gaat over Frans Laarmans, hij is klerk bij de General Marine and Shipbuilding Company. Het verhaal speelt zich af in Antwerpen. In het begin gaat zijn moeder dood. Op de begrafenis ontmoet hij meneer van Schoonbeke. Meneer van Schoonbeke biedt hem een baan aan als agent van een grote Nederlandse kaashandel voor België en het groothertogdom Luxemburg. Hij neemt de baan en krijgt de volgende week de eerste zending volvette edammer kaas. Deze moet hij gaan verkopen. De week voor de zending is hij druk bezig om een nieuwe firma op touw te zetten: Gafpa, General Antwerp Feeding Products Association. Dan is de kaas er, hij stelt agenten aan in alle steden van het land, om daar kaas te laten verkopen. Alleen dan begint het, hij krijgt geen bericht van zijn agenten. Daardoor verkoopt hij eigenlijk geen kaas. Hij krijgt dan ook bericht dat zijn baas naar Antwerpen komt om zijn vorderingen te zien. Als zijn baas aanbelt doet Frans niet open en stuurt zijn baas een bericht dat hij zijn baan opzegt. Daarna wordt hij weer klerk bij de GMSC.

Specifieke opdracht: verwerkingsvragen



a) Noteer puntsgewijs de kenmerken van je stroming.
De literaire stroming in het boek is: nieuwe zakelijkheid
1. De nieuwe zakelijkheid is meer een stijl met strakke sobere en nuchtere functionaliteit dan een stroming
2. Qua inhoud was er veel aandacht voor de stad, het zakenleven, vooruitgang en de maatschappij.
3. De schrijfstijl bevatte weinig bijvoeglijke naamwoorden en veel korte zinnen. Het leek op journalistiek taalgebruik.
4. Men liet weg wat niet nuttig, niet functioneel of onbegrijpelijk was.


b) Licht de kenmerken (bij a genoemd) toe met voorbeelden uit het boek.
1. (bladzijde 38)
"'Natuurlijk is er geen enkele reden waarom het niet zou marcheren,' troostte zij. 'Je moet hard werken. Maar toch zou ik voorzichtig zijn. Op de werd zit je gerust, met een vast salaris.' Dat noem ik waarheid als een koe."


De schrijver schrijft hier strak en laat de vrouw van de hoofdpersoon ('zij') nuchter en sober reageren op wat de hoofdpersoon eerder heeft gezegd. De hoofdpersoon reageert ook sober en nuchter op het gezegde van zijn vrouw. 

2. (bladzijde 25)
""Denk er eens over na,' raadde hij. 'Er is veel mee te verdienen en jij bent de geschikte man.'
Dat was wel een beetje brutaal van hem, want ik vind dat niemand mij geschikt vinden moet voordat ik mijzelf geschikt heb gevonden. Maar toch was het aardig dat hij mij zonder enige conditie in de gelegenheid stelde mijn eenvoudig plunje van klerk bij de General Marine and Shipbuilding Company uit te trekken en zomaar ineens koopman te worden. Zijn vrienden zouden dan wel vanzelf vijftig percent van hun hooghartigheid laten vallen. Met hun beetje centen!
Ik vroeg hem dan ook wat voor soort handel zijn Hollandse vrienden dreven.
'In kaas,' zei mijn vriend. 'En dat marcheert altijd, want eten moeten mensen toch.'"
 


Het zakenleven komt hier duidelijk in naar voren. Ook de vooruitgang schijnt voor de hoofdpersoon heel belangrijk te zijn en zijn plaats in de maatschappij ook (Hij kon namelijk eerst niet meekomen met de gesprekken van rijke vrienden.)


3. (bladzijde 55)
"Ik houd niet van kaas, maar wat anders kon ik doen? Moet ik voortaan het voorbeeld niet geven? Moet ik niet vooroplopen in het leger der kaaseters? Ik werkte dus een brok naar binnen en toen belde mijn broer. Hij zette zijn fiets in de gang, zoals hij iedere dag doet, en daarop dreunde zijn opgewekte stap door het huis. 
'Geen belet?' vroeg hij, toen hij al in de keuken stond.
'Is dat nu je kaas, kerel?'
En zonder omslag sneed hij een stuk af en deed een flinke hap."


De zinnen zijn inderdaad absoluut niet lang. Soms zijn de zinnen iets langer, maar dan worden ze meteen gescheiden door een voegwoord. De kleine hoeveelheid bijvoeglijke naamwoorden maakt de zinnen ook een stuk korter. 


4. (bladzijde 77)
"Ik ben in zijn wagen blijven zitten tot hij voor een kleinere kaaswinkel stopte en zelf uitstapte. Was hij naar Berlijn gereden, ik zou meegegaan zijn. 
Ik heb hem bedankt, mijn mandvalies opgepakt en de tram genomen, naar huis toe.
Mijn accumulator is leeggelopen. Ik ben uitgebloed."
 


Het is vrij moeilijk om te laten zien, dat datgene wat niet nuttig was, is weggelaten. In deze passage is wel te merken dat je 'iets' mist. Ik had namelijk wel graag willen weten hoe het kwam dat de hoofdpersoon ineens tot het inzicht kwam dat hij was 'uitgebloed', maar dat wordt nergens verteld. 


c) Leg uit welke mate het door jou gekozen boek een exponent is van de betreffende stroming.
'Kaas' is naar mijn idee een goede exponent van de nieuwe zakelijkheid. Het boek laat duidelijk de schrijfstijl zien, zoals de korte zinnen, de sobere en nuchtere functionaliteit, weinig bijvoeglijke naamwoorden en een inhoud wat met zaken doen te maken heeft. Het boek was niet dik, waardoor op valt dat er inderdaad kort en bondig wordt verteld. 

Bronnen:

Samenvattingen, 'Kaas, Elsschot, Willem', internet, 24 oktober 2012,
http://www.samenvattingen.com/documenten/5485445/Kaas+Elsschot%2C+Willem/?q=kaas%20willem%20elsschot

Jon, 'Kaas', internet, 21 augustus 1998, 
http://www.scholieren.com/boekverslag/41315

Mindel, 'Nieuwe Zakelijkheid', internet, 6 juli 2003,
http://www.scholieren.com/keuzeopdracht/11331


'Literatuurgeschiedenis 1900-1940', internet, powerpoint, 24 oktober 2010,
http://www.google.nl/url?sa=t&rct=j&q=&esrc=s&source=web&cd=4&sqi=2&ved=0CDcQFjAD&url=http%3A%2F%2Fweb.hageveld.nl%2Fuploads%2Fmedia%2FNederlandse_literatuurgeschiedenis_1900-1960_05.ppt&ei=qEaIUISpKsrs0gWM4oDwBA&usg=AFQjCNHtvOnIhrdlalHKXRXnsMVS15ZsbQ