maandag 24 december 2012

Klas 6: Leesverslag De Engelenmaker (Stefan Brijs)

Algemene informatie
a)
I. Auteur: Stefan Brijs
   Titel: De engelenmaker
II. Plaats van uitgave: Den Bosch
    Jaar van uitgave: 2008
    Jaar van eerste uitgave: 2005
III. Aantal pagina's: 494

b) Genre: psychologische roman

c) Samenvatting:

“De Engelenmaker” bestaat uit drie delen.
Het eerste deel speelt in het heden en vertelt hoe Dokter Victor Hoppe terugkomt in zijn geboorteplaats Wolfheim, een dorpje vlakbij het drielandenpunt. Met zijn hazenlip en zijn rode haren maakt hij een eigenaardige indruk. Hij heeft drie kinderen bij zich, die naar geruchten een spleet over hun hele gezicht hebben. De bewoners van Wolfheim moeten niets hebben van de rare dokter, maar na een aantal genezingen merkt men dat hij best meevalt. Ook zijn zoons vallen mee, ze hebben een hazenlip net als hun vader en lijken sprekend op elkaar. Als de dokter de namen van de kinderen noemt, schrikken de bewoners toch wel. Ze heten Michaël, Rafaël en Gabriël, net als de aartsengelen.
De dokter huurt een huishoudster, Frau Maenhout, in, die steeds meer te weten komt over de dokter en zijn kinderen. De dokter gedraagt zich namelijk erg vreemd; hij toont geen emoties, wil absoluut niet dat zij de kinderen over God vertelt en de kinderen mogen nooit naar buiten. Nu zou men hem autistisch hebben genoemd, het syndroom van Asperger, maar toen kenden ze dat nog niet. Als Frau Maenhout bijna achter de waarheid is, komt zij door een vreselijk ongeluk om het leven.

In het tweede deel, dat afwisselt tussen Victor Hoppes jeugd en zijn tijd als student, wordt duidelijk wat er met de dokter en zijn kinderen aan de hand is. Victor Hoppe heeft de eerste jaren van zijn leven als “debiel” in een gesticht doorgebracht. De enige die gelooft dat hij niet debiel is, is Zuster Marthe. Zij leert Victor lezen en praten. Na een paar jaar haalt zijn vader hem uit het gesticht. Victor komt terecht op een universiteit. Hij blijkt een briljant genie in het klonen van zoogdieren. Eerst oefent hij op muizen, later op mensen. En inderdaad, zijn kinderen zijn klonen, van hem. Helaas gedraagt Victor zich raar, waardoor de staf van de universiteit aan hem twijfelt. Rex Cremer, de stafarts, is de enige die weet wat er precies aan de hand is. Hij raakt verstrikt in wat hij weet.

In het derde deel, weer het heden, komt Rex Cremer opnieuw in aanraking met Dokter Hoppe. Hij ontmoet ook zijn kinderen en Dokter Hoppe vertelt hem wat er mis is met de kinderen. Ze worden te snel oud; elk jaar van hun leven telt voor tien tot vijftien jaar. Dan komt ook de draagmoeder van de jongetjes haar “kinderen” opzoeken. Als ze bij Dokter Hoppes huis aankomt is er al één dood. Ze brengt de laatste dagen van hun leven met ze door.

Uiteindelijk, terwijl de dorpsbewoners de kruistocht van Jezus op de Vaalserberg volgen, kruisigt Dokter Hoppe zichzelf. Hij vergelijkt zichzelf met Jezus en dit is volgens hem de opdracht die hij moet volbrengen. Hij eindigt aan het kruis, terwijl het hele dorp sprakeloos toekijkt.

 
Verwachtingen
Mijn verwachtingen voor dit boek zijn redelijk hoog. Iemand die in de mediatheek werkte raadde mij dit boek aan en aangezien het boek verschillende prijzen had gewonnen, genomineerd was voor literatuur prijzen en het boek verfilmd zou worden.
Ik had aan de medewerkster van de mediatheek gevraagd of zij mij wilde helpen met het zoeken naar een boek met een redelijk niveau. Dit boek was zoals ik wilde een redelijk hoog niveau en het verhaal sprak mij ook aan.
Qua inhoud wist ik niets van het boek af, maar mij werd verteld wat er zoal in stond en de achterkant vertelde mij het begin van het verhaal en mijn nieuwsgierigheid was gewekt. Van de schrijfstijl verwachtte ik dat het goed te lezen zou zijn. Voor ik aan dit boek was begonnen had ik alvast een pagina gelezen die mijn vermoeden bevestigde.
Enige scheikundige kennis zou me van pas komen, omdat sommige processen die in het boek werden beschreven over scheikunde zou gaan. Aangezien ik geen scheikunde had, dacht ik eerst nog dat dat een probleem zou kunnen vormen (achteraf is gebleken dat de processen zo werden beschreven dat ik er met mijn minieme kennis ook met mijn verstand bij kon).
 
Motieven en thema
Het motief in dit boek is het onderscheid maken tussen goed en kwaad. Het bijzondere is dat de schrijver de hoofdpersoon (Dokter Hoppe) een eigen idee van 'goed' meegeeft. Het goede bij Dokter Hoppe is hetgeen recht tegenover Gods wil staat. God had naar zijn idee Jezus niet mogen verlaten aan het kruis. God was dus 'slecht'. Deze ideeën gaan in tegen wat wij denken, maar als de redenatie van Dokter Hoppe door de schrijver is uitgelegd, is die ook te begrijpen.
 
Geloof is dus zeker een thema in dit boek. Vooral het anders denken van Dokter Hoppe. Zijn drie klonen noemt hij naar de aartsengelen:  Michaël, Rafaël en Gabriël. Waarmee ook de titel van het boek uitgelegd is. Dokter Hoppe kloonde zichzelf en 'maakte' op deze manier engelen en is daarmee de engelenmaker. 
 
Medisch experimenteren maakt in dit boek ook een groot deel uit als thema evenals nieuwe ontwikkelingen, klonen en experimenten. Stefan Brijs laat in het boek heel goed zien dat men zijn tijd voor kan zijn. De mensen en zeker de dorpsgenoten waren nog niet klaar voor nieuwe ontwikkelingen. Ook worden vragen gesteld die vandaag de dag nog gelden. Is de wereld er klaar voor om klonen te ontvangen of moet men de Wil van God accepteren en niet proberen het lot te veranderen of mensen te scheppen.
 
Daarbij kom je tot het volgende thema: dorpsleven. Wolfheim is een heel klein dorp en roddels verspreiden zich heel snel. Iedereen in het dorp kent elkaar en veranderingen zijn maar moeilijk te accepteren. De kinderen van Dokter Hoppe zagen er vreemd uit en daar werd dan ook alleen maar over gepraat en theorieën bij bedacht. Jaloezie speelt in dit dorp ook grote parten. Mensen voelen zich belangrijker dan anderen en proberen de meeste roddels te verkondigen, zodat het lijkt alsof zij meer weten van Dokter Hoppe dan de andere dorpsgenoten. Ook wilden heel veel mensen bij de Dokter werken, nadat hij een 'mirakel' had verricht. Hij was in aangezien gestegen en ineens werd het interessant om daar te werken, zodat zij veel roddels konden verzamelen.
 
Een laatste thema uit het boek is Asperger. Dat is een syndroom dat men toen nog niet kende. Dat verklaarde de houding van Dokter Hoppe en zijn zonen. Allen waren zij zeer gesloten en dachten in als dit, dan dat. Nu herkennen wij dit, maar als men niets van het verschijnsel Asperger af weet, is het logisch dat men denkt dat deze kinderen als ze klein zijn of debiel zijn of dom. Als dan later blijkt dat ze noch dom, nog debiel zijn, maar nog steeds gesloten, weet niemand meer wat er aan de hand is. Zeker in het dorp Wolfhein zijn daardoor veel speculaties over de dokter en zijn drie kinderen gekomen.
 
Beoordeling
 
a : schrijfstijl
 
De schrijfstijl in dit boek was alles behalve moeilijk. Je leest er vlot doorheen, omdat de zinnen in het boek een gemiddelde lengte hebben; niet extreem kort, maar (gelukkig) ook niet extreem lang. Het is fijn dat er weinig details worden verteld en dat de schrijfstijl zo vlot is. Ik geloof dat als de schrijfstijl gericht was op het brengen van details, dat ik dan niet goed de scheikundige experimenten had kunnen begrijpen. Nu was dat goed te doen. Moeilijke woorden kwamen er ook bijna niet in voor, op een paar scheikundige begrippen na. Sommige onbekende woorden kwamen uit de biologie en verklaarden dingen uit het DNA van iemand, maar die werden zo duidelijk beschreven of uitgelegd door Dokter Hoppe aan personages in het verhaal, dat het voor mijzelf ook duidelijk werd.
 
Het boek was in drie delen opgedeeld. Het eerste deel en het laatste deel zijn eigenlijk het hele boek. Het laatste deel sluit naadloos aan op het eerste deel, maar als het tweede deel zou ontbreken zou je punten uit het verleden missen. Ik zat helemaal in het verhaal en vond het leuk en apart dat ik daar ineens uit werd gerukt en weer terug in het verleden werd gezet. Daardoor kwam ik achter redenen die mensen hadden voor bepaalde handelswijzen. Met die uitleg stroomde je door naar het derde deel en daar kwamen allerlei gedachtes en feiten bij elkaar in één beeld dat ik al voor me had, maar wat de dorpsgenoten nog niet wisten. Ik vond het een bijzondere gewaarwording dat ik, net als in een film, tegen de mensen wilde vertellen wat er was gebeurd. Dat geeft ook de realistische schrijfstijl aan over een onderwerp (klonen) waar ik niet eens mee in aanraking ben geweest.
 
Citaat (bladzijde 354-355):
"Levens geven. Zoals God.
Victor zag het als een handschoen die hem werd toegeworpen. Een uitdaging.
God geeft en God neemt, Victor. Maar niet altijd. Soms moeten we dat zelf doen. Onthoud dat.
Ineens had hij het begrepen. En ineens had hij weer een doel gehad."
 
In bovenstaand citaat is te zien dat de zinnen kort en duidelijk zijn. Ook is goed te bedenken waarom Dokter Victor Hoppe aan de hand van deze gedachten handelingen verzet.
 
b : inhoud
 
Situaties:
In het boek ontstaan soms extreme situaties. Het blijkt dan dat Victor Hoppe in zijn jonge jaren al vreemde reacties gaf. Ik begreep niet hoe iemand zo kil kon zijn. Zelfs niet als iemand Asperger heeft. Dit boek geeft een kleine uitleg over de gedachte die iemand  met Asperger kan hebben. Ook de simpele 'als-dan-gedachte' wordt uitgelegd:
 
Citaat (bladzijde 345-346):
- Voorafgaand aan dit citaat verteld de rector aan Victor dat zijn vader zelfmoord heeft gepleegd -
"Hij wist hoe, maar moest hij dat gaan vertellen? Was dat zijn taak? Als de jongen het wilde weten, dan had hij daar natuurlijk recht op. Maar hoe moest hij het vertellen?
'Aan een boom,' zei hij, in de hoop dat dat voldoende duidelijk was.
De jongen knikte en zei toen iets dat de rector niet helemaal begreep.
'Zoals Judas dus.'
'Wat zei je?'
Victor schudde het hoofd en zweeg verder.
'Is er iemand die je kan komen halen?' vroeg de rector bezorg. 'Die je naar huis kan brengen? Kan ik iemand voor je bellen?'
'Nee, Herr Rektor, dank u,' antwoordde Victor. En na een korte pauze, waarin hij zijn handen naar zijn schoot liet zakken, vroeg hij: 'Moet ik naar huis? Is dat echt nodig?'
'Dat lijkt me wel,' zei de rector, de wenkbrauwen fronsend.
 
Vertelperspectief:
Het boek wordt in de derde persoon vertelt en geeft een kijk op iedereen. Op precies de 'goede' momenten schakelde de schrijver over naar een ander personage. Persoonlijk ben ik geen fan van flashbacks, dus was ik blij met de gesloten eindes tussendoor zonder dat je toch het hele verhaal weet.
 
Eindoordeel
 
Aan de hand van structurele argumenten (het bij elkaar passen van thema, personen, ruimte, enz.) is dit boek als zeer goed te bestempelen. Eerst heeft het boek allemaal verschillende lijnen en verschillende soorten personages die je niet zomaar bij elkaar zal denken, maar de schrijver laat zien dat aan het einde van de wirwar aan informatie een gesloten einde zat en na dat einde werd nog verteld over de laatste personages waar je nog vragen over zou kunnen hebben, lijkend op een happily ever after bij een Hollywood film.
 
Citaat (bladzijde 492):
 "En toen zag hij de processie verschijnen, pastoor Kaisergruber op kop. Zelfs die zou ten slotte in zijn goedheid moeten geloven. Daar was hij zeker van toen hij de priester aankeek en de priester hem."
 
Als gekeken zou worden naar de realistische argumenten zou dit boek als 'slecht' worden bestempeld, omdat de realiteit nog ver te zoeken is. Het is nog niet mogelijk om mensen te klonen, maar de schrijver heeft dit alles heel realistisch beschreven. Als men kijkt naar de realistische schrijfstijl is dit boek wel van hoge literaire 'goedheid'.
 
Bij de vernieuwingsargumenten scoort dit boek zeer goed. Zeker omdat het thema klonen zelfs in deze tijd nog vernieuwend is. De tijd waarin de verhaallijn speelt (1945-1990) was in Europa nog helemaal onbekend met het fenomeen klonen. Ook brengt de nieuwe visie van Dokter Victor Hoppe tegenover het christelijke geloof een vernieuwend idee naar boven.
 
Citaat (bladzijde 249-250):
 "'Dokter Hoppe, ik maakte een grapje. Waar wilt u eigenlijk heen?'
'...'
'Dokter Hoppe?'
'Klonen.'
'Klonen?'
'Klonen. Een identieke genetische kopie maken van...'
'Ik weet wat u bedoelt, maar wat zou u willen klonen?'
'Muizen. Bijvoorbeeld.'
'Dat is onmogelijk. Biologisch gezien is het onmogelijk om zoogdieren te klonen.'
'Het is een kwestie van techniek. Met de juiste middelen moet het lukken. In principe is het zelfs eenvoudiger dan mijn vorige experiment.'
 
De normen en waarden in het boek liggen bij Dokter Hoppe heel anders dan bij de gemiddelde mensen. Hij ziet het geloof op een voor ons vreemde manier en daardoor kan dit boek opstoot geven bij mensen die zeer gelovig zijn. Zelf heb ik ook kennis van het christelijke geloof, maar ik interpreteer het op de 'normale' manier, terwijl voor de manier van Hoppe ook morele argumenten aan te dragen zijn. Soms handelde Dokter Hoppe ook op een vreemde manier, waaruit later bleek dat dit overeenkomsten had met Jezus aan het kruis. In het volgende citaat ziet de stafarts wat Hoppe met zichzelf doet.
 
Citaat (bladzijde 472):
 "'Wilt u het zien? Gelooft u het dan?' riep Victor. Hij trok zijn hemd nog hoger op. Zijn zij vertoonde een snee van bijna tien centimeter. 'Wilt u het voelen misschien? Gelooft u het dan?'
Met een breed gebaar bracht Victor een hand naar de wond en stak twee, drie vingers in de snee. Hij trok, nee, hij scheurde de wond open."
 
Ik vond dit boek ook heel goed als ik het bekijk aan de hand van emotivistische argumenten. Ik werd namelijk helemaal meegesleept in het boek en ik snapte zelfs de gedachtegang die in het hoofd speelde van ieder personage. Ook kon ik het boek niet zomaar wegleggen voor ik ging slapen. Ik wilde weten wat er met de kinderen zou gebeuren en hoe het kon dat ze zo ziek waren of dat ze nooit buiten kwamen. In mijn hoofd ging ik telkens linken leggen die achteraf heel onzinnig waren.

Al met al viel dit boek bij mij erg in de smaak, terwijl ik eigenlijk niet zo heel erg houd van experimenteren, realistische bloederigheid of boeken die kritiek hebben op een geloof. Ik vind dan altijd dat je vanuit je eigen 'hokje' naar het boek moet kijken en dus een bepaalde mening krijgt aangeschreven. In dit boek was daar geen enkele sprake van en probeerde de schrijver juist om de lezer zoveel mogelijk te laten begrijpen van zoveel mogelijk personages. Ik kon me zelfs inleven in de ideeën van Dokter Hoppe die zo graag 'goed' wilde zijn, maar daarin mislukt, omdat hij niet inziet dat de mensen om hem heen aan 'goed' een hele andere definitie geven.

De hoge verwachtingen die ik had gekregen heeft de schrijver zeker waar gemaakt. Sowieso beviel de schrijfstijl mij ten zeerste en lees je vlot door het boek. Dit boek heeft veel indruk op mij gemaakt en ik zou het boek aan iedereen aan willen raden, zelfs diegenen die geen scheikundige kennis hebben.
Het einde is heel erg schokkend en achteraf dacht ik: hoe kan nou dat hij zichzelf op heeft gehangen aan een kruis? Hoe kun je nou jezelf vastslaan? En ineens besefte ik dat Victor dit ook dacht toen zijn vader zichzelf had opgehangen... (Gelukkig kreeg ik, net als Victor van zijn rector, een uitvoerige beschrijving. Die beschrijving was net iets te realistisch naar mijn zin, maar gaf wel de informatie die ik wilde weten. Dit laatste moet ik met schaamte toegeven.)

Citaat (bladzijde 490-491):
"Hij was linkshandig. Daarom timmerde hij eerst een van de spijkers in de dwarsbalk, daar waar zijn linkerhand moest komen. In de verte had hij de muziek al gehoord. Sombere muziek.
Toen bukte hij zich en legde zijn linkerhand op de grond. De hamer nam hij in zijn rechterhand. Hij nam een tweede spijker en sloeg die door zijn linkerhand. Het ging vanzelf. Het deed pijn, maar dat hoorde erbij. Dat moest hij lijdzaam ondergaan. Hij sloeg de spijker helemaal door zijn linkerhand en haalde die hand omhoog. Onderlangs trok hij de spijker uit zijn hand, waar nu een gat in zat. Hij keek ernaar. Hij keek erdoor. Met een verband omwikkelde hij zijn hand."

Ik zou graag een ieder die dit verslag leest willen aansporen tot het lezen van 'De engelenmaker'! En excuses voor het uitzoeken van de meest huiveringwekkende citaten.


Bronnen

- Kees van der Pol, Boekverslag De Engelenmaker, 24 november 2005, internet:
http://www.scholieren.com/boekverslag/59074

- Huiswerkvrij, Stefan Brijs - De engelenmaker, 15 juni 2006, internet:
http://www.huiswerkvrij.com/stefan-brijs-de-engelenmaker/

2 opmerkingen:

  1. Hey Elise,

    Ten eerste: mijn complimenten voor de samenvatting. Dit is de eerste keer dat ik het boek volledig begrijp alleen door het lezen van de samenvatting. Goed uitgekozen!

    Ik heb het boek zelf ook gelezen, en ik vind het een erg goed boek. Daarom vind ik het ook zo leuk dat jij zo enthousiast bent over het verhaal!

    Je hebt het thema en de motieven erg goed uitgewerkt, erg uitgebreid ook. De beoordeling en je eindoordeel zijn ook erg goed uitgewerkt met citaten. Eigenlijk is het voor mij onmogelijk 'negatief' commentaar op dit verslag te leveren. Ik kan zeker zien dat je erg je best heb gedaan op dit laatste verslag!

    Groetjes, Eline

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Elise,

    Ook ik vind het heel leuk dat wij toevallig en tegelijk hetzelfde boek hebben gelezen. De neiging is zo natuurlijk groot om onze verslagen met elkaar te vergelijken en dat is ook wel eens grappig. Ik kan me op dit gebied dan ook erg vinden in jouw reactie op mijn verslag. Op bepaalde dingen komen de verslagen erg met elkaar overeen en op andere gebieden vullen ze elkaar ook weer mooi aan, wat beide erg leuk is om te zien.
    Je hebt motieven, thema's situaties en het vertelperspectief erg netjes uitgewerkt en je eigen mening springt boven de rest van het verslag uit. Door middel van meerdere citaten en uitgebreide voorbeelden vorm je een gefundeerde mening, wat erg goed is. Je sluit ook met een leuke zin af.

    Een goed verslag, zoals zo velen die je dit jaar hebt gemaakt. Ik vond het leuk om dit jaar te reageren op jouw blog en bedankt voor je erg sterke reacties op mijn verslagen!

    Mark

    BeantwoordenVerwijderen